Contactcomite-Logo+

Voorstructureringen in de zorg

Voorstructureringen in de zorg

Contactcomite-Lijn+

Debatlunch

  15/04/2016

12:00 tot 14:00

LUNCH:

Leszaal 2E, FPPW (Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent)

DEBAT:

Leszaal 2B, FPPW (Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent)

 

Deze Debatlunch wordt georganiseerd door COJ Oost-Vlaanderen

In deze debatlunch wordt een antwoord gezocht op 2 vragen: (1) Hoe komt het dat we in de jeugdzorg doen wat we doen op de manier waarop we dat doen? en (2) als het anders kan, loont dat dan ook de moeite? Het doctoraatsonderzoek van de inleider leidt tot enkele merkwaardige vaststellingen. Zo wordt veel belang gehecht aan de noodzaak tot ingrijpen in opvoedingssituaties, evenwel zonder de argumentaties voor dit ingrijpen in communicatie te brengen. De onderliggende veronderstelling is dat sociale problemen zowel veroorzaakt worden als opgelost kunnen worden in de opvoeding van kinderen waarbij opvoeding gericht is op de realisering van een ideaal van burgerschap.

Hoewel het bereik van de jeugdzorg in de loop van zijn geschiedenis exponentieel is toegenomen, en hoewel ook de burgerschapsidealen evolueerden, blijft deze logica gehandhaafd doorheen alle hervormingen van de jeugdzorg. De Integrale Jeugdhulp is in dat opzicht ambigu: aan de ene kant bevestigt het stelsel de “niet-geargumenteerde noodzaak tot ingrijpen”, maar aan de andere kant opent het stelsel ook de mogelijkheid ingrijpen in opvoeding te argumenteren door zijn verwijzing naar de sociale grondrechten.

De inleider gaat hier verder op in aan de hand van een historische case-study van Jongerencentrum Cidar, die o.m. leert dat het ontwikkelen van “alternatieven” niet noodzakelijk leidt tot een andere pedagogie. Uit de reconstructie van 7 lopende knelpuntdossiers kon dan weer afgeleid worden dat de ontwikkeling van een subjectiverende pedagogie in de jeugdzorg gebonden is aan enkele voorwaarden: (1) pedagogisch handelen dient zelf opgevat te worden als handelen dat telkens opnieuw opgebouwd wordt in de interacties tussen professionals, jongeren, ouders en andere betrokkenen en (2) het spreken, tonen en doen in dit pedagogisch handelen dient vatbaar te blijven voor de vraag “waarom”, een vraag die vanuit uiteenlopende perspectieven gesteld kan worden.

SPREKERS

dr. Karel De Vos is directeur van de Vuurvogel en deeltijds praktijkassistent aan de Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek (UGent)